interpunctie
Nederlands
Woordafbreking
- in·ter·punc·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘leestekens’ voor het eerst aangetroffen in 1822 [1]
- Afkomstig van het Latijnse interpunctio met het voorvoegsel inter- [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | interpunctie | interpuncties |
verkleinwoord | interpunctietje | interpunctietjes |
Zelfstandig naamwoord
interpunctie v
- de plaatsing van leestekens in een zin
- De interpunctie in deze zin, bestaande uit twee komma's en een punt, geeft pauzes en einde van de zin aan.
- de leestekens zelf
- Na het tiende woord in deze zin staat een puntkomma; deze behoort tot de interpunctie van deze zin.
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
- interpunctiefout, interpunctieteken
Gangbaarheid
- Het woord interpunctie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'interpunctie' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.