instrumentaal
Nederlands
Woordafbreking
- in·stru·men·taal
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van instrument met het achtervoegsel -aal
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | instrumentaal | instrumentaler | instrumentaalst |
verbogen | instrumentale | instrumentalere | instrumentaalste |
partitief | instrumentaals | instrumentalers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
instrumentaal
- met behulp van instrumenten uitgevoerd
- Dit is instrumentale muziek.
Gangbaarheid
- Het woord instrumentaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'instrumentaal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.