instemmen
Nederlands
Woordafbreking
- in·stem·men
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘zijn stem met andere verenigen’ voor het eerst aangetroffen in 1766 [1]
- samenstelling van in bw en stemmen ww
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
instemmen |
stemde in |
ingestemd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
instemmen
- inergatief het eens zijn
Vertalingen
1. het eens zijn
Gangbaarheid
- Het woord instemmen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'instemmen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.