insecteneter
Nederlands
Woordafbreking
- in·sec·ten·eter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van insect en eter met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | insecteneter | insecteneters |
verkleinwoord | insectenetertje | insectenetertjes |
Zelfstandig naamwoord
insecteneter o
- (dierkunde) een dier uit de taxonomische orde van de insecteneters uit de klasse van de zoogdieren
- Deze grote haaregel is een insecteneter.
Vertalingen
1. een dier uit de taxonomische orde van de insecteneters uit de klasse van de zoogdieren
Gangbaarheid
- Het woord insecteneter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'insecteneter' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.