inhoudelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • in·hou·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen inhoudelijkinhoudelijkerinhoudelijkst
verbogen inhoudelijkeinhoudelijkereinhoudelijkste
partitief inhoudelijksinhoudelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

inhoudelijk

  1. meer de inhoud betreffende dan de vorm
    • Hij gaf niet om allerlei formele regels, het ging hem om de inhoudelijke kant van de zaak 
Hyponiemen
  • beleidsinhoudelijk, niet-inhoudelijk, onderwijs-inhoudelijk, onderwijsinhoudelijk, vakinhoudelijk, werkinhoudelijk, zorginhoudelijk
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord inhoudelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.