ingericht
Nederlands
Woordafbreking
- in·ge·richt
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van inrichten: voltooid deelwoord, op te vatten als samenstelling van in en gericht ww
Werkwoord
vervoeging van |
---|
inrichten |
ingericht
- voltooid deelwoord van inrichten
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ingericht | ingerichter | ingerichtst |
verbogen | ingerichte | ingerichtere | ingerichtste |
partitief | ingerichts | ingerichters | - |
Bijvoeglijk naamwoord
ingericht
- voorzien van meubelen en andere zaken die noodzakelijk zijn om in een ruimte te kunnen wonen
- Wij huurden een volledig ingerichte tent, omdat we in onze kleine auto onmogelijk zelf alle kampeerspullen konden meenemen
- In zijn kraton Kaspuhan geeft de jonge sultan Natadiningrat een rondleiding door de rijk ingerichte en gestoffeerde koninklijke zalen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord ingericht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.