infiltreren
Nederlands
Woordafbreking
- in·fil·tre·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘naar binnen siepelen, binnendringen’ voor het eerst aangetroffen in 1847 [1]
- afgeleid van het Franse infiltrer (met het achtervoegsel -eren) [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
infiltreren |
infiltreerde |
geïnfiltreerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
infiltreren [3]
- ergatief (militair) langzaam of tersluiks binnendringen
- Ze waren geïnfiltreerd diep in vijandelijk gebied.
- overgankelijkdoorsijpelen, binnendringen
- Ook de pers werd geïnfiltreerd.
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord infiltreren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'infiltreren' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.