infecto

Spaans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
Woordafbreking
  • in·fec·to
  enkelvoud meervoud
mannelijk infecto infectos
vrouwelijk infecta infectas

Bijvoeglijk naamwoord

infecto

  1. (medisch) geïnfecteerd, besmet
Synoniemen

Verwijzingen

    Werkwoord

    vervoeging van
    infectar

    infecto

    1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van infectar
    This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.