induceren
Nederlands
Woordafbreking
- in·du·ce·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
induceren |
induceerde |
geïnduceerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
induceren overgankelijk [1]
- uit een klein aantal gegevens een algemene regel afleiden
- (natuurkunde) (door inductie) opwekken, beïnvloeden
Gangbaarheid
- Het woord induceren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'induceren' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.