inbedden

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  inbedden    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈɪmbɛdə(n)/
Woordafbreking
  • in·bed·den
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
inbedden
bedde in
ingebed
zwak -d volledig

Werkwoord

inbedden

  1. overgankelijk een plaats geven als onderdeel
  2. overgankelijk een goed beklede plaats geven
Verwante begrippen
  • [1] embedden

Werkwoord

vervoeging van
inbedden

inbedden

  1. (in een bijzin) meervoud verleden tijd van inbedden
    • ...dat wij inbedden. 
    • ...dat jullie inbedden. 
    • ...dat zij inbedden. 

Gangbaarheid

  • Het woord inbedden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.