ijsbloem
Nederlands
Woordafbreking
- ijs·bloem
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijs en bloem
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsbloem | ijsbloemen |
verkleinwoord | ijsbloemetje | ijsbloemetjes |
Zelfstandig naamwoord
ijsbloem v / m
- afzettingen van ijskristallen (op een koud raam) die vanwege hun vorm lijken op bloemen
- Ik kom aan in een steenkoud huis. Voor haar vertrek heeft de comtesse waarschijnlijk de verwarming op de laagste stand gezet, want er staan ijsbloemen op mijn ramen en onder de vensterbanken hebben zich ijspegels gevormd.[1]
Gangbaarheid
- Het woord ijsbloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ijsbloem' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.