ijsbloem

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ijs·bloem
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord ijsbloem ijsbloemen
verkleinwoord ijsbloemetje ijsbloemetjes

Zelfstandig naamwoord

ijsbloem v / m

  1. afzettingen van ijskristallen (op een koud raam) die vanwege hun vorm lijken op bloemen
    • Ik kom aan in een steenkoud huis. Voor haar vertrek heeft de comtesse waarschijnlijk de verwarming op de laagste stand gezet, want er staan ijsbloemen op mijn ramen en onder de vensterbanken hebben zich ijspegels gevormd.[1]  

Gangbaarheid

  • Het woord ijsbloem staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Spoor, Hendricke Vader en dochter 2015 ISBN 978-94-6003896-9 pagina 226
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.