ijsbal
Nederlands
Woordafbreking
- ijsĀ·bal
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van ijs zn en bal zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | ijsbal | ijsballen |
verkleinwoord | ijsballetje | ijsballetjes |
Zelfstandig naamwoord
ijsbal m
- zeer harde sneeuwbal
- Het fenomeen deed zich bij eerdere winters ook al voor, maar zo overweldigend als nu was het niet eerder. De ijsballen ontstaan volgens lokale media doordat stukken ijs afbreken. De golven zorgen er vervolgens voor dat het kogelronde ijsballen worden.[2]
- In Schagen gaat de ijsbaan voortaan 's avonds dicht. Noodgedwongen, want een groep van zo'n vijftien verveelde pubers gooit met ijsballen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord ijsbal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'ijsbal' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- ijsbal op website: Etymologiebank.nl
- de Telegraaf 09 jan. 2018
- de Telegraaf HESTER ZITVAST 18 dec. 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.