iepziekte
Nederlands
Woordafbreking
- iep·ziek·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van iep en ziekte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | iepziekte | iepziektes iepziekten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
iepziekte v
- (plantkunde) schimmelziekte die het geslacht iep en zelkova aantast
- Iepen die aangetast zijn door iepziekte hebben dode takken.
Gangbaarheid
- Het woord iepziekte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'iepziekte' herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
29 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.