hyra

Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • blom·ma
stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
hyra
hyrde
hyrt
volledig

Werkwoord

hyra

  1. huren
  1. «På Ramsvik kan du hyra en uppställd husvagn med förtält.»
    Op Ramsvik kunt u een gestalde caravan met voortent huren.
Antoniemen
  • förhyra
Verwante begrippen
  • leja
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hyra     hyran     hyror     hyrorna  
genitief   hyras     hyrans     hyrors     hyrornas  

Zelfstandig naamwoord

hyra, g

  1. huur
Afgeleide begrippen
  • hyreshöjning
  • hyresinbetalning
  • hyresreglering
  • kallhyra
  • ockerhyra
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.