huurling

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  huurling    (hulp, bestand)
  • IPA: /'ɦyr.lɪŋ/
Woordafbreking
  • huur·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van huren met het achtervoegsel -ling.
enkelvoud meervoud
naamwoord huurling huurlingen
verkleinwoord huurlinkje huurlinkjes

Zelfstandig naamwoord

huurling m

  1. iemand die tegen betaling krijgsdienst verricht in vreemde dienst
    • De huurlingen sloegen aan het muiten toen hun soldij niet op tijd betaald werd. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord huurling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.