huurling
Nederlands
Woordafbreking
- huur·ling
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurling | huurlingen |
verkleinwoord | huurlinkje | huurlinkjes |
Zelfstandig naamwoord
huurling m
- iemand die tegen betaling krijgsdienst verricht in vreemde dienst
- De huurlingen sloegen aan het muiten toen hun soldij niet op tijd betaald werd.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord huurling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'huurling' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.