huurgenot

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huur·ge·not
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huurgenot -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

huurgenot o

  1. genot dat een huurder hopelijk heeft van het gehuurde, in ieder geval het recht op gebruik

Gangbaarheid

  • Het woord 'huurgenot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.