huurgenot
Nederlands
Woordafbreking
- huur·ge·not
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huur ww en genot
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huurgenot | - |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
huurgenot o
- genot dat een huurder hopelijk heeft van het gehuurde, in ieder geval het recht op gebruik
Gangbaarheid
- Het woord 'huurgenot' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.