huiverachtig
Nederlands
Woordafbreking
- hui·ver·ach·tig
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | huiverachtig | huiverachtiger | huiverachtigst |
verbogen | huiverachtige | huiverachtigere | huiverachtigste |
partitief | huiverachtigs | huiverachtigers | - |
Bijvoeglijk naamwoord
huiverachtig
- geneigd zijn tot huiveren, huivering verwekkende
- Het mocht wel een huiverachtig] schouwspel genoemd, voor wie in de vallende duisterns deze wagen met de doodskist zag rijden, gevolgd door een vrouw met hoog opgezwollen buik, te paard, en om haar heen zwijgende monniken die brandende toortsen droegen. (Uit: Het Geuzenboek van Louis Paul Boon)
Gangbaarheid
- Het woord huiverachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.