huisregel
Nederlands
Woordafbreking
- huis·re·gel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huis en regel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisregel | huisregels |
verkleinwoord | huisregeltje | huisregeltjes |
Zelfstandig naamwoord
huisregel m
- Een bedrijf of instelling kan huisregels hebben voor bijvoorbeeld personeel, vrijwilligers en gasten/klanten/bewoners/patiënten/gedetineerden/bezoekers.
- Binnen ieder gezin gelden min of meer bindende huisregels.
Gangbaarheid
- Het woord huisregel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'huisregel' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.