huisman
Nederlands
Woordafbreking
- huis·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van huis en man
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | huisman | huismannen |
verkleinwoord | huismannetje | huismannetjes |
Zelfstandig naamwoord
huisman m
- mannelijk gezinslid, belast met het huishouden
Gangbaarheid
- Het woord huisman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'huisman' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.