huisman

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • huis·man
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huisman huismannen
verkleinwoord huismannetje huismannetjes

Zelfstandig naamwoord

huisman m

  1. mannelijk gezinslid, belast met het huishouden

Gangbaarheid

  • Het woord huisman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.