hufter
Nederlands
Woordafbreking
- huf·ter
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hufter | hufters |
verkleinwoord | huftertje | huftertjes |
Zelfstandig naamwoord
hufter m
- (scheldwoord) (informeel) man die zich lomp, onbehouwen en/of aanstootgevend gedraagt
- Met die hufter wil ik niets van doen hebben.
Hyponiemen
Vertalingen
1. man die zich lomp, onbehouwen en/of aanstootgevend gedraagt
Gangbaarheid
- Het woord hufter staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hufter' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.