hud

Huid.
Huid.

Deens
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / ˈhuðˀ /
Woordafbreking
  • hud
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord húð
[1] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hud     huden     -     -  
genitief   huds     hudens     -     -  
[2] enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hud     huden     huder     huderne  
genitief   huds     hudens     huders     hudernes  

Zelfstandig naamwoord

hud, g

  1. (anatomie) huid (zonder meervoud)
  2. (handel) huid (vaak gebruikt in het meervoud)
  1. «Han var grosserer i huder og skind.»
    Hij was een koopman in huiden en vellen.
Synoniemen
Afgeleide begrippen
   
  • [1]: appelsinhud
  • [1]: ferskenhud
  • [1]: gåsehud
  • [1]: hudcelle
  • [1]: hudcreme
  • [1]: hudirritation
  • [1]: hudlag
  • [1]: hudlidelse
  • [1]: hudsykdom
  • [1]: læderhud
  • [1]: overhud
  • [1]: silkehud
  • [1]: underhud
  • [2]: oksehud


Noors
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hʉːd /
Woordafbreking
  • hud
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord húð
Naar frequentie 2599
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hud     m: huden
v: huda  		   huder     hudene  
genitief   huds     m: hudens
v: hudas  		   huders     hudenes  

Zelfstandig naamwoord

hud m / v

  1. (anatomie) huid
  2. (handel) huid
  3. (scheepvaart) huid
Synoniemen
  • [1-2]: skinn
Afgeleide begrippen
  • [1]: hudfarge
  • [1]: hudflette
  • [1]: hudkrem
  • [1]: hudpleie
  • [1]: hudsalve
  • [1]: hudsykdom
  • [2]: oksehud
  • [2]: elghud
  • [3]: ishud
  • [3]: metallhud


Nynorsk
Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?
  • IPA: / hʉːd /
Woordafbreking
  • hud
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Oudnoorse zelfstandige naamwoord húð
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hud     huda     huder     hudene  

Zelfstandig naamwoord

hud v

  1. (anatomie) huid
  2. (handel) huid
  3. (scheepvaart) huid
Synoniemen
  • [1-2]: skinn
Afgeleide begrippen
  • [1]: hudfarge
  • [1]: hudflette
  • [1]: hudkrem
  • [1]: hudpleie
  • [1]: hudsalve
  • [1]: hudsjukdom
  • [2]: oksehud
  • [2]: elghud
  • [3]: ishud
  • [3]: metallhud


Zweeds
Uitspraak
  • Geluid:  hud    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • hud
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hud     huden     hudar     hudarna  
genitief   huds     hudens     hudars     hudarnas  

Zelfstandig naamwoord

hud, g

  1. (anatomie) huid
Synoniemen
  • skinn
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.