hou bezig

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  hou bezig    (hulp, bestand)
  • IPA:
    • (Noord-Nederland): /hʌʊˈbezəχ/
    • (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /hʌːˈbezəx/
Woordafbreking
  • hou be·zig
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
bezighouden

hou bezig

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich bezighouden
    • Ik hou me bezig. 
  2. gebiedende wijs van zich bezighouden
    • Hou je bezig! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zich bezighouden
    • Hou je je bezig? 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord hou bezig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.