hoofdelijk

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoof·de·lijk
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van hoofd met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hoofdelijkhoofdelijkerhoofdelijkst
verbogen hoofdelijkehoofdelijkerehoofdelijkste
partitief hoofdelijkshoofdelijkers-

Bijvoeglijk naamwoord

hoofdelijk o

  1. Voor ieder afzonderlijk geldend
    • In een vennootschap onder firma zijn de vennoten hoofdelijk aansprakelijk. 
  1. Door elk van de aanwezigen afzonderlijk
    • Tijdens de vergadering werd het voorstel door middel van hoofdelijk stemming aangenomen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hoofdelijk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.