hoofdakte
Nederlands
Woordafbreking
- hoofd·ak·te
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoofd zn en akte zn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoofdakte | hoofdaktes hoofdakten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hoofdakte v/m [2]
- (verouderd) diploma dat nodig is om de titel hoofdonderwijzer te krijgen voor het lager onderwijs
- Twee dagen nadat hij in 1965 examen voor de hoofdakte had gedaan, stond Henny Wolters op de Sint Jorisschool voor de klas. Wolters, sinds 1980 directeur van de Lichtenvoordse school, neemt vandaag afscheid. [3]
- Met een onderbreking van een jaar om haar hoofdakte te halen, bleef Betsy Holweg het Beltrumse jenaplanonderwijs trouw. Ze wil nog een paar jaartjes doorgaan, ook nu Het Tweespan aan de vooravond staat van een fusie met de andere Beltrumse basisschool, Ludger. „De naam jenaplan zal verdwijnen. Volgend jaar zullen we al meer samenwerken en overleggen in welke vorm we samen verder gaan.” [4]
- "En ik vond het meteen weer helemaal leuk", vertelt ze. "Ik had eerder al mijn hoofdakte in Zwolle gehaald en kon dus naast de kleuters lesgeven aan alle groepen. [5]
Afgeleide begrippen
- hoofdakteopleiding
Gangbaarheid
- Het woord hoofdakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoofdakte' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- hoofdakte op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 04-07-06 ‘Vooral dat kleine grut boeit me’
- Tubantia 24-06-09 ‘Juf Betsy’ al veertig jaar bij Tweespan
- Tubantia 14-01-18 Afscheid van een leven in het onderwijs in Holten
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.