hondenvoer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·den·voer
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondenvoer
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hondenvoer o

  1. eten voor honden
    • Als ik geen gewoon vlees meer kan eten dan ga ik maar hondenvoer eten dacht de zwerver toen zijn geld bijna op was. 

Gangbaarheid

  • Het woord hondenvoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.