hondenvoer
Nederlands
Woordafbreking
- hon·den·voer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hond en voer met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondenvoer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
hondenvoer o
- eten voor honden
- Als ik geen gewoon vlees meer kan eten dan ga ik maar hondenvoer eten dacht de zwerver toen zijn geld bijna op was.
Gangbaarheid
- Het woord hondenvoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hondenvoer' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.