hondenbaan
Nederlands
Woordafbreking
- hon·den·baan
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hond en baan met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondenbaan | hondenbanen |
verkleinwoord | hondenbaantje | hondenbaantjes |
Zelfstandig naamwoord
hondenbaan v/m
- heel vervelend, vermoeiend en ondankbaar werk
- Gearmd met mevr. R. v. Driel en lachend ging ze weg, weer de woestijn in, 3 uur in een auto, weer lunchen, weer recepties, het is ook een hondenbaan. [1]
- Het Kamerlidmaatschap is een 'mooie hondenbaan', schreef mijn partijgenoot Paul Rosenmüller, en vergt een krachtige innerlijke drive. Als ijdelheid je enige brandstof is kom je niet ver. Ik ben ervan overtuigd dat al onze politici echt oprecht een bijdrage willen leveren aan het verbeteren van deze wereld. Iedereen in de Tweede Kamer is, op zijn eigen manier, een idealist. [2]
Gangbaarheid
- Het woord hondenbaan staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hondenbaan' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Withuis, Jolande Juliana 2016 ISBN 978-90-234-3523-5 pagina 641
- Klaver, Jesse De mythe van het economisme 2015 ISBN 978-90-234-9695-3 pagina 14
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.