hoeven
Nederlands
Woordafbreking
- hoe·ven
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘nodig hebben of zijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hoeven |
hoefde |
gehoeven (gehoefd[2]) |
gemengd
zwak -d |
volledig |
Werkwoord
hoeven
- modaal werkwoord niet ~ (te): alleen negatief: niet verplicht zijn
- Je hoeft niet te vragen wie er de lakens uitdeelt daar.
- Dat had echt niet gehoeven!
- modaal werkwoord met een indirect negatief element
- Hij hoefde nauwelijks iets te betalen. — nauwelijks: bijna niet.
- Hij betaalde meer dan hij hoefde. — hij hoefde niet zo veel te betalen.
Vertalingen
- Onderstaande vertalingen dienen nagekeken te worden en omgezet in de bovenstaande tabellen. Nummers na de vertalingen komen niet noodzakelijk overeen met de opgegeven definities. Voor meer uitleg zie WikiWoordenboek:Hoe vertalingen nakijken.
1.
|
Gangbaarheid
- Het woord hoeven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hoeven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "hoeven" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Het sterke voltooide deelwoord "gehoeven" is nu het gebruikelijkst, maar in Weilands woordenboek (1811) wordt alleen het zwakke "gehoefd" vermeld.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.