hockeytrut
Nederlands
Woordafbreking
- hoc·key·trut
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hockey en trut [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hockeytrut | hockeytrutten |
verkleinwoord | hockeytrutje | hockeytrutjes |
Zelfstandig naamwoord
hockeytrut v
- (scheldwoord) Goois kakkerig meisje uit de gegoede kringen dat deze elitesport beoefent
Gangbaarheid
- Het woord 'hockeytrut' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.