hesp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hesp
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘(hieltje van een) ham’ voor het eerst aangetroffen in 1252 [1]
  • [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord hesp hespen
verkleinwoord hespje hespjes

Zelfstandig naamwoord

hesp v/m

  1. (voeding) een stuk vlees uit de achterkant van een varken, met name de achterhesp
    • Dat is een lekkere hesp. 
  1. (gewestelijk), (voeding) het vlees van de achterkant van een varken
    • Veel mensen vinden hesp heerlijk. 
  1. (anatomie) de dij of bil van een mens
    • Daar bevindt zich de hesp. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen
  • hespenworst

Gangbaarheid

  • Het woord hesp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
71 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Koerdisch

Woordafbreking
  • hesp

Zelfstandig naamwoord

hesp m

  1. paard
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.