herleven
Nederlands
Woordafbreking
- her·le·ven
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
herleven |
herleefde |
herleefd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
herleven [2]
- ergatief opnieuw tot leven komen, opnieuw opbloeien
- De hele natuur herleefde toen er eindelijk weer regen gevallen was.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. opnieuw tot leven komen, opnieuw opbloeien
Gangbaarheid
- Het woord herleven staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'herleven' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.