heng
Nederlands
![](../I/m/Hinge2010.jpg)
1. heng
Woordafbreking
- heng
Woordherkomst en -opbouw
- van Middelnederlands henge zn [1][2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heng | hengen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
heng m/v
- (bouwkunde) hengsel van een deur, het platte ijzer dat aan de deur zelf wordt bevestigd, met aan een kant een verticale opening voor de pin waar het scharnier om draait
- Deze hengen die worden geleverd in de kleur zwart. Mocht je dan ook een donker hek of een donkere deur dan past deze heng daar goed bij. [3]
Synoniemen
- geheng
Gangbaarheid
- Het woord heng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'heng' herkend door:
16 % | van de Nederlanders; |
15 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
Nynorsk
Woordafbreking
- heng
Werkwoord
heng
- gebiedende wijs van henga
Werkwoord
heng
- gebiedende wijs van hengja
Werkwoord
heng
- gebiedende wijs van hengje
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.