heng

Nederlands

1. heng
Uitspraak
  • Geluid:  heng    (hulp, bestand)
  • IPA: /hɛŋ/
Woordafbreking
  • heng
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heng hengen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

heng m/v

  1. (bouwkunde) hengsel van een deur, het platte ijzer dat aan de deur zelf wordt bevestigd, met aan een kant een verticale opening voor de pin waar het scharnier om draait
    • Deze hengen die worden geleverd in de kleur zwart. Mocht je dan ook een donker hek of een donkere deur dan past deze heng daar goed bij. [3]
Synoniemen
  • geheng
Holoniemen
  • deurscharnier

Gangbaarheid

  • Het woord heng staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
16 %van de Nederlanders;
15 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Noors

Woordafbreking
  • heng

Werkwoord

heng

  1. gebiedende wijs van henge

Nynorsk

Woordafbreking
  • heng

Werkwoord

heng

  1. gebiedende wijs van henga

Werkwoord

heng

  1. gebiedende wijs van henge

Werkwoord

heng

  1. gebiedende wijs van hengja

Werkwoord

heng

  1. gebiedende wijs van hengje
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.