hemofilie
Nederlands
Woordafbreking
- he·mo·fi·lie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het modern Latijn, in de betekenis van ‘bloederziekte’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
- met het voorvoegsel hemo- en met het achtervoegsel -filie [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hemofilie | - |
verkleinwoord |
Afgeleide begrippen
- hemofilielijder, hemofiliepatiënt
Vertalingen
1. bloederziekte
Gangbaarheid
- Het woord hemofilie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hemofilie' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.