heilwens
Nederlands
Woordafbreking
- heil·wens
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van heil zn en wens zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | heilwens | heilwensen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
heilwens m [1]
- iemand het beste toewensen voor de toekomst
- Aan de avonddis van zaterdag drinkt het marinepersoneel voor het eerst op 'onze families'. Die avond sneuvelt niet alleen de formele heilwens op de 'echtgenotes en schatjes', maar onvermijdelijk ook de boertige kwinkslag die daar van oudsher op volgt: 'Dat zij elkaar maar nooit zullen ontmoeten!'. [2]
- De officiële opening was bijzonder. Mr. Pieter van Vollenhoven had speciaal voor deze gelegenheid een heilwens in het dialect van de Ayacucho Indianen ingestudeerd. Bovendien doopte hij de bootjes met bronwater dat door KLM uit Peru was ingevlogen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord heilwens staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'heilwens' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
77 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Tubantia 22-06-13 rouwonvriendelijke toost afgeschaft bij Britse marine
- De Telegraaf PIM BRUGMAN 08 nov. 2012 De macht van de woeste Piraña...
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.