heelhuids
Nederlands
Woordafbreking
- heel·huids
Woordherkomst en -opbouw
- samenstellende afleiding van heel (bijvoeglijk naamwoord) en huid (zelfstandig naamwoord) met het achtervoegsel -s
Bijwoord
heelhuids
- ongedeerd, zonder ernstige schade
- Urenlang vuurde men in het duistere Middelburg kanonschoten op het huis van Steveninck af, die met zijn geweer bleef terugvuren, totdat hij het moest opgeven en wonder boven wonder heelhuids wist te ontkomen. [1]
Gangbaarheid
- Het woord heelhuids staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'heelhuids' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.