hazenstrik

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ha·zen·strik
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hazenstrik hazenstrikken
verkleinwoord hazenstrikje hazenstrikjes

Zelfstandig naamwoord

hazenstrik m [1]

  1. strik of strop voor het vangen van hazen
Synoniemen
  • hazenverdriet, hazenstrop

Gangbaarheid

  • Het woord 'hazenstrik' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
87 %van de Nederlanders;
84 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.