harpen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • har·pen
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
harpen
harpte
geharpt
zwak -t volledig

Werkwoord

harpen [2]

  1. de harp bespelen
  2. zeven
Afgeleide begrippen
  • harpenaar, harpenist, harpgezang, harpist, harpluis, harpsnaar, harpspeler

Zelfstandig naamwoord

harpen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord harp

Gangbaarheid

  • Het woord harpen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
95 %van de Nederlanders;
86 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.