hannes
Nederlands
Woordafbreking
- han·nes
Hyponiemen
- gekloothannes, Johannes, lulhannes, schrielhannes, tuthannes, zeikhannes
Afgeleide begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
hannesen |
hannes
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hannesen
- Ik hannes.
- gebiedende wijs van hannesen
- Hannes!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hannesen
- Hannes je?
Gangbaarheid
- Het woord hannes staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hannes' herkend door:
85 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.