hannesen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·ne·sen
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘knoeien’ voor het eerst aangetroffen in 1858 [1]
  • [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hannesen
hanneste
gehannest
zwak -t volledig

Werkwoord

hannesen [3]

  1. inergatief (informeel) klungelen, knoeien
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Zelfstandig naamwoord

hannesen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hannes

Gangbaarheid

  • Het woord hannesen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
91 %van de Nederlanders;
50 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.