hangkast
Nederlands
Woordafbreking
- hang·kast
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hang en kast
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hangkast | hangkasten |
verkleinwoord | hangkastje | hangkastjes |
Zelfstandig naamwoord
hangkast v/m
- een meubelstuk waarin met kleding hangend kan opbergen
- De jurken en broeken van de vrouw hangen in de hangkast.
Gangbaarheid
- Het woord hangkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hangkast' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.