hangkast

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hang·kast
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hangkast hangkasten
verkleinwoord hangkastje hangkastjes

Zelfstandig naamwoord

hangkast v/m

  1. een meubelstuk waarin met kleding hangend kan opbergen
    • De jurken en broeken van de vrouw hangen in de hangkast. 

Gangbaarheid

  • Het woord hangkast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.