halfzacht

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • half·zacht
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen halfzachthalfzachterhalfzachtst
verbogen halfzachtehalfzachterehalfzachtste
partitief halfzachtshalfzachters-

Bijvoeglijk naamwoord

halfzacht [1]

  1. (van karakter) variërend van 'niet doortastend genoeg' tot 'zacht gekookt eitje"
  2. (kookkunst) (van eieren) niet hard en niet snotterig

Gangbaarheid

  • Het woord halfzacht staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.