halfuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • half·uur
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord halfuur halfuren
verkleinwoord halfuurtje halfuurtjes

Zelfstandig naamwoord

halfuur o

  1. (tijdrekening) een periode van 30 minuten
    • Het was in een halfuurtje voor elkaar. 

Gangbaarheid

  • Het woord halfuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
93 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.