halfuur
Nederlands
Woordafbreking
- half·uur
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van half en uur
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfuur | halfuren |
verkleinwoord | halfuurtje | halfuurtjes |
Zelfstandig naamwoord
halfuur o
- (tijdrekening) een periode van 30 minuten
- Het was in een halfuurtje voor elkaar.
Gangbaarheid
- Het woord halfuur staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'halfuur' herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.