halfjaar
Nederlands
Woordafbreking
- half·jaar
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van half en jaar
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | halfjaar | halfjaren |
verkleinwoord | halfjaartje | halfjaartjes |
Zelfstandig naamwoord
halfjaar o
- een periode van 6 maanden
- Eerder liep hij een halfjaar stage bij Team RadioShack.
Gangbaarheid
- Het woord halfjaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'halfjaar' herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.