hakkelig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hak·ke·lig
Woordherkomst en -opbouw
  • naamwoord van handeling hakkelen met het achtervoegsel -ig
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen hakkelighakkeligerhakkeligst
verbogen hakkeligehakkeligerehakkeligste
partitief hakkeligshakkeligers-

Bijvoeglijk naamwoord

hakkelig [1]

  1. op een hakkelende niet vloeiende manier
    • Zonde was daarentegen dat Bono - die eerder in Berlijn een concert afbrak met stemproblemen - vocaal in de eerste vijf songs onder de maat bleef. Hij herstelde zich echter (het kleine You’re the Best Thing About Me zong hij hakkelig, maar ontroerend) net zoals ook het concert steeds meeslepender bleek. [2] 
    • en jaar geleden was Kenneth Vermeer net geen eerste keeper bij Ajax meer. Uit de gunst gedreven door wat hakkelig keeperswerk en halfslachtige vangballetjes en vervolgens vervangen door 185 centimeter Gelderse degelijkheid. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hakkelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
90 %van de Nederlanders;
83 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.