hakkelen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hak·ke·len
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘stamelen’ voor het eerst aangetroffen in 1562 [1]
  • frequentatief gevormd uit hakken met het achtervoegsel -el
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hakkelen
hakkelde
gehakkeld
zwak -d volledig

Werkwoord

hakkelen

  1. in kleine stukjes hakken, ergens kleine stukjes uithakken
    • De gehakkelde aurelia is een vlinder met grof gekartelde vleugels. 
  1. inergatief moeilijk en onzeker spreken met herhaling van klanken
    • Na die moeilijke vraag hakkelde hij maar een beetje. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hakkelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.