hakenkruis
Nederlands
Woordafbreking
- ha·ken·kruis
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘swastika, insigne van nazi's’ voor het eerst aangetroffen in 1924 [1]
- samenstelling van haak en kruis met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hakenkruis | hakenkruisen hakenkruizen |
verkleinwoord | hakenkruisje | hakenkruisjes |
Zelfstandig naamwoord
hakenkruis o
- is een symbool in de vorm van een kruis met aan alle uiteinden een haak.
- Het hakenkruis is berucht geworden als teken van de Nazi's.
Gangbaarheid
- Het woord hakenkruis staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hakenkruis' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.