hacken
Nederlands
Woordafbreking
- hac·ken
Woordherkomst en -opbouw
- van het Engels [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
hacken |
hackte |
gehackt |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
hacken
- overgankelijk (informatica) inbreken in een informatiesysteem (om gegevens te roven of te wijzigen)
- Het hele systeem is gehackt
- (informatica) (techniek) op creatieve wijze meer doen met techniek dan de makers zelf hadden bedacht, het opzoeken van de grenzen van het mogelijke en het verkennen van de ethische en maatschappelijke consequenties van de ontdekte mogelijkheden
Gangbaarheid
- Het woord hacken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'hacken' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.