hacken

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hac·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Engels [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
hacken
hackte
gehackt
zwak -t volledig

Werkwoord

hacken

  1. overgankelijk (informatica) inbreken in een informatiesysteem (om gegevens te roven of te wijzigen)
    • Het hele systeem is gehackt 
  1. (informatica) (techniek) op creatieve wijze meer doen met techniek dan de makers zelf hadden bedacht, het opzoeken van de grenzen van het mogelijke en het verkennen van de ethische en maatschappelijke consequenties van de ontdekte mogelijkheden
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord hacken staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.