haastig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • haas·tig
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van haast met het achtervoegsel -ig.
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen haastighaastigerhaastigst
verbogen haastigehaastigerehaastigste
partitief haastigshaastigers-

Bijvoeglijk naamwoord

haastig

  1. zich niet de tijd nemend
    • Een haastige invulling leidt al snel tot fouten. 
Vertalingen

Gangbaarheid

  • Het woord haastig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.