haaienbek

Nederlands

vliegtuig met geschilderde haaienbek
Uitspraak
Woordafbreking
  • haai·en·bek
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord haaienbek haaienbekken
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

haaienbek m [1]

  1. de grote mond van een haai waarin veel tanden zitten
    • Angstaanjagende beelden van een geopende haaienbek. De koperhaai neemt nog net geen hap van de camera. [2] 
    • Die zeeën zijn in de film zonder meer mooi. De makers hebben slim gekozen voor 'diepe' 3D en niet voor takken, messen of haaienbekken die uit het scherm naar de verschrikte kijker priemen. Het is zalig wegzinken in de zee met Sammy of zwemmen tussen visjes en lichtende kwallen. Het wateroppervlak en de lichtspeling onder water lijken vaak fotografisch realistisch. [3] 
  1. bijnaam voor de ingang van station Rotterdam Centraal
    • Naar goed Rotterdams gebruik zijn de eerste bijnamen voor de nieuwe, opvallend puntige entree van het station reeds bedacht. Door het spiegelende kreukeldak wordt het nieuwe CS al ‘De Haaienbek’ of ‘De Puntzak’ genoemd. [4] 
    • Vanaf de top van deze wederopbouwicoon hebben beklimmers van de trap een magnifiek uitzicht over de stad, inclusief het prachtige Rotterdam Centraal - ofwel de haaienbek - voor de deur. [5] 

Gangbaarheid

  • Het woord haaienbek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
97 %van de Nederlanders;
87 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.