gulp
Nederlands
Woordafbreking
- gulp
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘dikke straal’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1588 [1]
- In de betekenis van ‘split in broek’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1829 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gulp | gulpen |
verkleinwoord | gulpje | gulpjes |
Zelfstandig naamwoord
gulp v/m
- een door een strook stof afgesloten opening aan de voorzijde van een broek van de man, bedoeld om het plassen te vergemakkelijken
- Je gulp staat open!
- een plotseling binnenkomende straal of golf water
- Als je een gulp zeewater inslikt is dat niet lekker, maar je gaat er niet dood van.
Vertalingen
1. een door een strook stof afgesloten opening aan de voorzijde van een broek van de man, bedoeld om het plassen te vergemakkelijken
Gangbaarheid
- Het woord gulp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'gulp' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.