gruit

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • gruit
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘ingrediënt van bier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 999 [1] [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord gruit -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

gruit o [3]

  1. kruidenmengsel met o.a. rozemarijn (maar ook gagel, salie, duizendblad en laurierbessen), vroeger ingrediënt van bier, al in de middeleeuwen vervangen door hop
Afgeleide begrippen
  • gruitbelasting, gruithuis

Werkwoord
vervoeging van
gruiten

gruit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van gruiten
  2. gebiedende wijs van gruiten

Meer informatie

Gangbaarheid
  • Het woord gruit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. "gruit" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
  2. gruit op website: Etymologiebank.nl
  3. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.